Hulp bij toegankelijkheid

Skip to main content

S05 - Maria in de Nood

Deze kapel is gesitueerd aan de Kapelbergweg in Stein. Pater Munsters heeft er een apart boekwerk aan gewijd met als titel: Maria in de Nood te Stein. Uit de gegevens die pater Munsters verzameld heeft kunnen we afleiden, dat de kapel waarschijnlijk in het laatste kwart van de 14e eeuw ontstaan is als een openbare kerk of kapel zonder zielzorg binnen de heerlijkheid Stein, onafhankelijk van de parochiekerk met een eigen rector. De kasteelheren van Stein bezaten het patronaatsrecht, hetgeen wil zeggen, dat zij het recht hadden de benoeming van de rector voor te dragen. De kapel was toegewijd aan de H. Richardus.

s05 1

In 1760 werd de kapel geheel vernieuwd nadat ze in verval was geraakt en toegewijd aan O.L. Vrouw. De siersteen met chronogram in de muur verwijst naar deze datum in het Latijnse onderschrift “eCCe reparat saLUteM DeUs” ( zie God, herstel ons heil)   

Vanaf 1760 dateert ook het Mariabeeld. Diverse restauraties hebben ook daarna nog plaatsgevonden. Die van 1905 staat in de gevel vermeld. De voorlaatste restauratie dateert van 1938. In datzelfde jaar is een muur opgetrokken om de blootliggende kapelmuren te beschermen tegen verzakking of scheuring bij vorst en regen.  In de tussentijd heeft ook de restauratie van het eeuwenoude Mariabeeld  door de gebroeders Ramakers uit Geleen plaatsgevonden.

s05 Kapel Maria in de Nood 1

In 1948 werden de ramen aan de zuidoost- en noordoostkant met glazenierswerk versierd, voorstellende Richardus en Kilianus. Ontwerper hiervan was de Maastrichtse kunstenaar Louis Scholberg.  In 1960 werden de andere 2 ramen van glas-in-lood voorzien. Hiervoor werden 2 dogma’s gekozen die door de pauselijke uitspraak tot geloofspunt waren verheven, namelijk de onbevlekte ontvangenis van Maria in 1854 en haar ten hemelopneming (1950).

Sinds 1994 hangt er ook een porseleinen corpus, afkomstig uit het verloren gegane kapelletje op de Noelweg. Tegenwoordig is het een druk bezochte devotiekapel met een prachtig houten communiebank. Het beheer van de kapel berust sinds 1650 bij de pastoor van de Martinusparochie en is bij decreet vastgelegd in 1661.

s05 Kapel Maria in de Nood 2

Gebouwelijke aspecten.

De kapel is zo maar, nagenoeg zonder fundering op de berg gezet, met alle nare gevolgen van  verzakkingen en scheuren.  Het grondplan van de kapel vormt een rechthoek ( ca. 6,75 x 5,65 m) met sterk afgesneden hoeken. De hoogte tot het dak bedraagt 4 meter.  De lengte-as is zuiver west – oost. De kapel is opgetrokken uit baksteen met speklagen: een achttal sierlagen van mergel, die elkaar regelmatig afwisselen ( drie lagen baksteen tegen één even hoge laag mergel).

In de westgevel bevindt zich de ingang met een zware dubbele deur. Met inkijk, afgedekt met een brede segmentboog, waarop een engelenkopje. Er bevinden zich verder enkele sierstenen in mergel met Latijns chronogram. Zo staat er boven de ingang : 

reLICta CeCIDI
spLenDIDa orLor.
Dit betekent: verwaarloosd ben ik neergestort; luisterrijk sta ik op.
Telt men de hoofdletters op, dan verkrijgt men het jaartal 1905.

Boven het nisje vinden we een andere siersteen met chronogram.
Es eXorta o tU beLLa totI MUnDo
sUaVIs steLLa VIVa paX IntrantIbUs.
In vertaling: Gij zijt opgestaan, o heerlijke, voor heel de wereld aantrekkelijke, schitterende Ster; vrede aan hen die hier binnengaan!
De som van de Romeinse hoofdletters levert het jaartal 1760 op.

s05 Kapel Maria in de Nood 3

Tenslotte komen we bij het dak van de kapel, afgedekt door een tentdak met meer dan 1000 pannen en nokpannen uit Tegelen ( 1904). Het geheel wordt bekroond door een met lood bekleed torentje, waarin een bel of klokje hangt met de initialen  C.G.  Vermoedelijk gegoten door C. Gaulard uit Luik.

Kijkend naar het interieur valt op te merken, dat  de kapel vlakke muren bezit. Alleen aan de oostkant is een langwerpige nis. De hoge zoldering bestaat uit een tweetal balken. Door een communiebank wordt de ruimte in twee helften verdeeld, waarvan het koor een trede hoger ligt. Op de balk onder de zoldering staat als titel “Maria in de Nood”.  

De muurschilderingen waren van Sjeng Vaessen, van Stein geboortig, die daarmee zijn diploma van de Jan van Eyck-academie in 1955 verkreeg. Op de linkerwand staat Maria, de nieuwe Eva en haar moederschap. Op de rechterwand wordt de beschermende macht van de Moeder Gods uitgebeeld in een “Mantel-Madonna” als een echte moeder voor haar hulpbehoevende kinderen.  De derde voorstelling kreeg een plaats boven de deur in de achterwand: de boodschap van de engel Gabriël aan Maria.

Alles is helaas verdwenen achter een kalklaag……

In 1960 werd een beroep gedaan op mevr. Franssen-Vrijens om aan weerskanten van het altaar een tweetal glasramen te ontwerpen.  Het eerste onderwerp is een symbool van het Hooglied en het tweede raam geeft de voorstelling van Maria Hemelvaart weer.

s05 Maria beeld kapel in de Nood

Het Mariabeeld.

Dateert vermoedelijk uit de 18e eeuw. Ruim 1 meter hoog en gemaakt uit een blok lindenhout. Het Kindje werd er afzonderlijk aan toegevoegd. In de ateliers van de firma Ramakers in Geleen werd het beeld in zijn geheel gerestaureerd, bijgewerkt en de ontbrekende delen in 1938 opnieuw toegevoegd.  In 1960 kreeg de O.L. Vrouw een nieuwe kostbare mantel door de zorgen van pastoor Janssen: een mantel van fluweel met in de hoeken kostbare kronen, rijkelijk versierd met goudleer en parels en er is tevens veel gouddraad in verwerkt.

In 1984 werd de kleding van Moeder en Kind vervangen en vernieuwd door de dames die het kerklinnen der parochie verzorgden. De scepter en kronen werden in 1938 toegevoegd. De kronen van Moeder en Kind zijn gelijkvorming. Het Kindje draagt in zijn linkerhand  een wereldbol met kruis. De Moeder heeft het kindje op haar linkerarm en in haar rechterhand heeft ze de keizerscepter vast. ( uitgevoerd door de firma Thissen uit Sittard).

s05 2