S07 - Wapen van de Merode’s
Merode was een hoogadelijk geslacht in België en is afkomstig uit Keulen, alwaar het reeds in 1263 bekend was. Het geslacht verwierf de heerlijkheid Merode bij Düren ten laatste in 1323.
Verscheidene leden van het geslacht van de Merode hebben in de geschiedenis van de Zuid-Nederland een rol van betekenis gespeeld. In het midden van de 17de eeuw kwamen de Merode’s in het bezit van de heerlijkheid Stein. In 1740 moesten ze weer het veld ruimen voor het Boheemse geslacht Kinsky. Dat de Merode’s belangrijke landsheren waren, verklaart dat boven de ingang van de voorburcht het wapen van de familie de Merode is te zien. Het wapen bestaat uit vier palen, een schild met uitgestulpte rand met griffioenen (grijpvogels) als schildhouders en gedekt met een gravenkroon van het kasteel van Stein, ook bekend als missiehuis.
Het missiehuis werd in 1922 in gebruik genomen als klooster en opleidingcentrum voor priesters. Het wapenschild is zeer waarschijnlijk te dateren op 1730, want op een schilderij uit 1728 is dit dak nog niet aanwezig en de laatste Merode overleed in 1732. Hun familie devies was: “Plus d’honneur que d’honneur” (beter eer dan ereteken).
Het wapen is in kleur afgebeeld in het boek “de geschiedenis van Stein” op bladzijde 90.
Het wapen van de Merodes kan men tevens vinden in de windvaan op de toren.