E01 - Kruus van Catsop
Bij de splitsing van wegen Het Einde- Horsterweg Catsop, staat op de scheiding van twee erven van de families Vaessen- Brassé in een bloemenborder een houten kruis met afdak en een corpus van aardewerk. Het corpus is een replica van het originele corpus, dat dateert uit de veertiende eeuw en zich momenteel bevindt in de Maria kapel van de Sint Augustinuskerk in Elsloo.
Voorheen heeft het kruis gehangen tegen de voorgevel van een vakwerkhuis op Het Einde, dat in 1956 wegens bouwvalligheid is gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
In de jaren zestig is het huidige replica geschilderd in bronskleur. Het geheel is goed onderhouden en is voor de passant duidelijk aanwezig. Harrie Loontjes heeft er in 1949 een gedicht aan gewijd.
BIE HET KRUUS VAN CATSOP
Wee heet gebeiteld aon de kop?
Waor t’n artiestehand
of waor et'ne boeremins
dee rook nao veld en land?
dee rook nao veld en land?
Wee waor zoe euren tollek
Ao Slievenhier? Wee gaof uuch zoe
aon us, eur Limburgs vollek ?.
Wee heet geveuld de depe pijn
en gans de lijensweg
En dat gestoke oet et hout
wee voolt met uuch de sleeg?
Wee heet de smart begrepe en
ze veur us oetgebeeld.
Eur liechaam gans ineingesjtók
eur pijn us neet verheeld?
Geer hónk aon 'nen awwe moer
veer weite wijer niks.
Meh wat deit ouch de makers naom
bij zoe'ne kruzefiks.
Limburgs Dagblad, 10-02-1965, "De dichter en het kruis"
Catsop, 10 februari. – Ruim 700 jaar geleden beitelde een vroom middeleeuws kunstenaar het kruis van Catsop uit een harde eik gegroeid in de sterke Limburgse grond. Het houten corpus heeft eeuwenlang de aanvallen van elementen overleef: dit is goed en gaaf gebleven. Mensen in nood maakten in vroegere jaren een “ganck,, naar het beeld en kinderen vlochten een krans rond het hoofd vol doornen. Na de tweede wereldoorlog werd het ,,kruuts van Catsop” ontdekt door pastoor Helgers die het met goedvinden van de familie Peerbooms overbracht naar de parochiekerk.
De Maastrichtse kunstenaar Ger. Hack sneed een reproductie die de pastorie van pastoor A. Wolfs in Guttecoven siert. Een andere Maastrichtenaar, de bekende dialect-dichter Harry Loontjens werd ontroerd door deze ,,Man van Smarten in het Limburgse eikenhout”. Hij legde zijn ontroering vast in een gedicht getiteld: ,,Bij het Kruis vaan Elsloo” en droeg zijn pennenvrucht op aan zijn vriend Ger. Hack.