U15 - De Heilige Ursula: martelares met 11.000 maagden.( 453 n.Chr.)

Dit is een correctie van blz.87 en 88 uit het boek van  2006.

Tegen de zijgevel van een bijgebouw van de familie van Mulken-Horrichs, Bergerweg 4 Berg a/d Maas, is vooruitstekend op de muur een icoon geplaatst, voorstellende “De Heilige Ursula”.  Ursula  met onder haar mantel een aantal maagden, staande op een aan het monumentje verbonden halfronde voet in de vorm van de boeg van een schip.   Het beeldje is gemaakt van chamotte en is zeer mooi van vormgeving.

De legende luidt als volgt:

In Brittannië leefde de vrome Christenkoning Maurus en hij had een dochter, Ursula genaamd. Zij was mooi en wijs en stond in het hele land bekend om haar rechtschapen levenswandel. De toenmalige koning hoorde van de maagd Ursula en sprak:”Ik zou de gelukkigste man ter wereld zijn, als ik haar als bruid kon geven aan mijn enigste zoon.”  Dus werden herauten uitgezonden naar Ursula’s vader om dit verzoek over te brengen. Deze wilde zijn dochter echter niet zo maar geven aan de een of andere afgodendienaar.

Maar de hemel gaf Ursula aan om haar vader te adviseren op het voorstel van de machtige koning in te gaan: echter op voorwaarde dat zij 10 voortreffelijke maagden zou krijgen en dat zij allemaal tevens nog eens 1000 maagden als metgezel mochten uitkiezen. Verder wilden zij een schip en 3 jaar de tijd om hun maagdelijkheid te vieren.De jongeman zou zich intussen tijd moeten laten dopen.

De jongeman was het er mee eens en nam de uitdaging aan. De vader van het meisje gebood, dat er ook mannen in haar gevolg moesten meegaan om haar te beschermen.

Sint Serafina, de zuster van Ursula’s moeder bracht de  maagden uit alle koninkrijken bij elkaar en behield de leiding.

De dag brak aan dat zij met gunstige wind naar Gallië voeren. Vandaar ging het naar Keulen en naar Basel. Daar lieten ze hun schepen achter en gingen over land verder naar Rome. De paus ontving hun hartelijk en die nacht werd hem verkondigd, dat de meisjes de marteldood zouden ondergaan. De volgende dag doopte hij alle meisjes die nog niet gedoopt waren.

De maagden voeren weer weg uit Rome op weg naar Keulen, vergezeld door een aantal bisschoppen. De jongeman Aetherius werd door de Heer aangespoord zijn bruid in Keulen tegemoet te gaan en samen met haar de marteldood te ondergaan. Hij en zijn moeder lieten zich dopen en gingen er naar toe.

In Keulen aangekomen bleek dat de Hunnen er al de baas waren. Toen de Hunnen de maagden in het oog kregen vielen ze hen aan en brachten ze allemaal ter dood. Alleen Ursula bleef tenslotte over. De Hunnenkoning wilde haar tot vrouw nemen. Ursula wees dat af en hierdoor vernederd richtte hij een pijl op haar en schoot haar dood.  Kort daarop verdreven 11.000 engelen de Hunnen uit Keulen. De bewoners van Keulen begroeven Ursula en de maagden en stichtten een kerk ter hunner ere.

In de loop van de 10de eeuw neemt de legendevorming rond Sint Ursula een grote vlucht.  In de 12de eeuw werden relieken gevonden en tentoongesteld in de Sint Ursulakerk in Keulen.