E02 - De van Meersch kapel Catsop
Op de driesprong Daalstraat, Op den Dries en Het Einde staat vanaf 1848 een monumentale kapel, gebouwd door de inwoners van Catsop. Dat jaartal weten we precies, want boven de deur is de volgende tekst te lezen: “De kapel is gebouwd door de inwoners van Catsop in het jaar 1848”. In de eerste helft van de 16-de eeuw wordt er echter al melding gemaakt van een Mariakapel op dit punt en in oude archieven vinden we een tweetal aanduidingen: “Marya Huysken”en “Beldhuysken”. In 1737 wordt de kapel aangeduid als “het capelleken van de Heylige Moeder Goots Maria”.
Met de aanduiding “beldhuysken” wordt verwezen naar een andere functie van de kapel, nl. de zetel van een bel of een klok. Een dergelijke bel werd dan geluid bij onraad of brand. Vandaar dat deze kapel in de volksmond ’t Bluuske – een samentrekking van bel en huuske - genoemd wordt. De huidige kapel is vooral gebouwd op initiatief van de toenmalige bewoners van het Hof van Catsop, de familie Van Hees – Engelen. Anna van Hees had volgens de overlevering een grote bewondering voor de legende van Winandus van Meers.
In 2024 heeft de gemeente Stein ervoor gezorgd dat de kapel mooi verlicht wordt.
Gebouwelijke gegevens
De kapel is gebouwd met veldbrandstenen die men overgehouden had bij de bouw van de St. Augustinuskerk. Ter onderbreking van het metselwerk heeft men mergelblokken gebruikt. De kapel kan afgesloten worden door een tweedelige deur. In elke deur is een gietijzeren raampje aangebracht, de z.g. judas of kijk-uit. Het smeedijzeren hekwerk is omstreeks 1945 gemaakt door smid Kerkhoffs van Kelmond en getuigt van grote vakkennis. Boven de toegangsdeur hangt een Christusbeeld onder een houten afdakje. In de linker – en de rechterzijgevel zijn boogvensters te zien. De omlijsting van deze vensters is uitgevoerd in mergelblokken . Boven op het tentdak staat een torentje waarin de scheepsbel hangt die als klok dient . De torenspits is afgewerkt met een bol met smeedijzeren kruis en daar bovenop troont de met bladgoud beklede weerhaan.
De binnenkant van de kapel is gestucadoord. Op het gewelf zijn een viertal muurschilderingen die betrekking hebben op de legende van Winandus te zien. Bij gelegenheid van het 100- jarig bestaansfeest in 1948 heeft Harrie Ritzen uit Schinnen de legende in muurschilderingen vastgelegd. De rondboogvensters zijn van binnen in glas en lood gemaakt. In de kapel kun je een heel mooi Mariabeeld met kind aanschouwen en aanbidden.
De leden van de Stichting “Rondjom ’t Bluuske” zorgen voor het beheer van deze Catsopse kapel. Zo bestonden de restauratiewerkzaamheden in 1984 uit het vernieuwen van het dak, het aanbrengen van glas-in-lood ramen, de vernieuwing van de klokkentoren en het altaar, het aanbrengen van muurschilderingen en een nieuw hekwerk, de restauratie van het antipendium en het aanleggen van een bestrating rondom de kapel. Op de Eerste Pinksterdag heeft toen de “heropening” van de kapel plaatsgevonden nadat een ouderwetse processie door de straten van Catsop was getrokken.
De binnenmuren, plafond en plafondschilderingen zijn in 1997 grondig hersteld. De legende van Winandus. Volgens priester- historicus Jos Habets moeten we de reis van Winandus plaatsen omstreeks 1180 . Op zekere dag vertrok Winandus uit Elsloo, met enkele mensen uit zijn streek naar Jerusalem op pelgrimstocht. Op Paasdag wilden zijn medereizigers terug gaan, maar Winandus probeerde hen te overtuigen om op deze dag uit te rusten en alle getijden bij te wonen. Hij slaagde er echter niet in om hen te overtuigen. Terwijl zij naar de haven gingen om zich huiswaarts te spoeden bleef Winandus alleen achter en woonde alle feestelijkheden van die dag bij. De dag erna ging hij alleen op reis, terug naar Elsloo. Onderweg kwam hem een engel tegemoet die tegen Winandus zei, dat hij bij hem achter op het paard kon gaan zitten om zodoende de reisgenoten in te halen.
De ruiter zette hem op dezelfde dag af in Elsloo met de boodschap om alles te vertellen over de wonderlijke reis die hij gemaakt had. Toen zijn bekenden hem zagen en vroegen waar zijn reisgenoten waren gebleven, zei hij dat hij zelf vandaag nog in Jerusalem was en dat hij nu in Elsloo terug was. Zij geloofden hem natuurlijk niet. Later hebben zijn reisgenoten terdege het verhaal van Winandus bevestigd en ging men vertellen over dit grote wonder.