Hulp bij toegankelijkheid

Skip to main content

U11 - Maria- of Bokkenrijderskapel

Inzake de geschiedenis van deze kapel zijn er in de archieven slechts weinig aantekeningen gevonden.  Volgens pater Munsters is de stichting geheel van particulier initiatief uitgegaan, betrekkelijk laat in de 18-de eeuw om uitdrukking te geven aan een typisch laatmiddeleeuwse Mariaverering. Pastoor Johannes Loosen ijverde in die tijd voor de rozenkransbroederschap en in 1742 verkreeg hij machtiging om die broederschap op te richten. We mogen volgens pater Munsters aannemen, dat de kapel tussen 1751 en 1755 gebouwd is . Zowel in het Meetboek van de gemeente Urmond als in het Inkomstenregister van de kerk staat onder 1751 een perceel grond vermeld aan de Cruyswegh van 88 roeden: er werd later bijgevoegd “daer nu de kapel op staet”. In 1755 wordt datzelfde perceel vermeld als “aen de capelle tot gierste”.

u11 1amk

De kapel werd gebouwd langs de oude Romeinse Heerweg. Het is een achthoekig gebouw, geheel uit baksteen opgetrokken met een leien dak met een zeskantig torentje. Dit torentje is 3 meter hoog en heeft een ijzeren kruis op de spits. Er voor staan 2 peilers, die een open portaal ondersteunen. In de muren van de kapel zijn zeven nissen. Hierin stonden vroeger de voorstellingen van O.L. Vrouw van Zeven Smarten: Haar ontmoeting met Simeon in de tempel, de vlucht uit Egypte, Jezus bleef achter in de tempel, Jezus ontmoet zijn moeder, Maria onder het kruis, Jezus wordt van het kruis genomen, Jezus wordt in het graf gelegd.

Deze beeltenissen zijn met andere rijkdommen in de nacht van 17 en 18 april 1804 helaas gestolen. Maar sinds 16 oktober 1992 zijn de afbeeldingen in reliëfvorm, van de hand van kunstenaar Kees Verhoeve, weer in de nissen aan de buitenkant terug.

u11 1mk

De kapel is verder omringd door oude lindebomen.

Eind jaren 30 was de kapel totaal versleten en onderkomen. Het dak was nagenoeg weg en de kapel was overgeleverd aan wind en regen. Op initiatief van pastoor Aloffs werd het monumentje opgeknapt. Pastoor Aloffs had de kapel willen inzegenen op de eerste zondag van mei, maar vanwege het slechte weer werd dit uitgesteld tot 12 mei. Maar op 10 mei 1940 brak de oorlog uit en de inzegening werd in afwachting van betere tijden weer uitgesteld.

Het Mariabeeld werd in de meimaand privatum gewijd. Dit beeld werd in 1976 helaas gestolen uit de kapel. 

De kapel staat in de volksmond bekend als de Bokkenrijderskapel. De gegevens hiervoor zijn terug te vinden in het boekje van pastoor Daniëls uit Schaesberg die in 1779 zijn boek ”Nagtdieven en knevelaers binnen de landen van Overmaeze “ uitgaf en deze gegevens ontleende aan gesprekken met berouwvolle leden van de Bokkerijdersbende.

Volgens pastoor Daniëls kozen de Bokkerijders verschillende kapellen uit waar de goddeloze eed werd afgenomen van de bendeleden: St. Joost te Echt, St. Leonard te ’s Hertogenrade, St. Rosa te Sittard, een kapel te “Urmond aen de Maese”. 

u11 Bokkerijderskapel detail 2artu11 Bokkenrijderskapel detail 1artu11 Bokkenrijderskapel detail 3art

Pater Munsters schrijft verder in 1940: “Aan het altaar stond de hoofdman met een lange toog aan; een ander bendelid stond naast hem met een boek. Op het altaar stonden twee brandende kaarsen en aan de voet ervan het beeld van O.L. Vrouw. Het nieuwe bendelid kwam achteruit de kapel binnen. De hoofdman vroeg zijn naam. Daarna moest hij twee vingers opsteken en met zijn rechtervoet staande op het Mariabeeld moest hij God en de heiligen afzweren en trouw en absolute geheimhouding aan de bende beloven”.

Vermeldenswaard is verder dat er in de zomer van 1793, tijdens het bouwen van de huidige Terpkerk,  erediensten werden opgedragen. In die tijd moet de kapel er waarschijnlijk behoorlijk hebben uitgezien. Op 28 maart 1977 werd de kapel overgedragen aan de Urmondse Monumentenstichting: deze stichting zorgde in 1982 weer voor een volledige restauratie en zorgt nu nog steeds voor het onderhoud van deze devotiekapel.

u11-3mk.jpg

Vanaf augustus 2009 beschikt de Mariakapel weer over een fraai Mariabeeld. Sinds de diefstal van de originele Madonna in 1976 werd volstaan met een gipsen exemplaar. Na een flinke speurtocht vonden de kapelbeheerders Frans en Margriet Delahaye een waardige en kleurrijke vervanger. Het beeld is geschonken door zuster Hubertina van de congregatie van Christus Verlosser in Geulle.